Home

Voorgeschiedenis:

De bank van 1899

Op 7 juni 1899 kwamen vier pastoors en vierentwintig zogeheten “leken” in Arnhem bijeen, om “te geraken tot de vestiging van eene Katholieke Spaarbank, waarvan de bate zouden komen aan het R.K. Schoolbestuur St. Willebrord en aan het R.K. Parochiaal Armbestuur”.
Als doel van de spaarbank werd aangegeven “de gelegenheid te geven tot zekere en voordelige bewaring van spaarpenningen en uit de mogelijk te maken winst armoede te lenigen en aan onvermogende kinderen onderricht te verschaffen”.

De naamgeving

Bij Koninklijk Besluit van 2 september 1899, nummer 58, worden de Statuten goedgekeurd. De naam van de bank is: Gelderse Spaarbank.
En vanaf 1934: De Gelderse Spaarbank van 1899.

De start

Het begin is eenvoudig. Bestuurderen houden, Pro Deo, zittingen ‘tot het in ontvangstnemen en uitbetalen van gelden”, iedere vrijdagmorgen en iedere maandagavond in de Bibliotheek en Directeurskamer van Insula Dei (een eeuwenoude charitatieve instelling, met zorg voor wezen en bejaarden). Een brandkast wordt voorlopig gehuurd!

Ontwikkeling van bank en doelstelling

Mocht in de beginperiode de inleggelden in tientjes te tellen zijn, de bank ontwikkelt zich gestaag en in later periode voorspoedig:
In 1933 is ingelegd f 565.000.—
In 1958 is ingelegd f 7.500.000,–.

Ook de doelstelling geeft een ontwikkeling te zien: Vermelden de statuten van 1901 nog, dat de “overblijvende winst ten bate moet komen voor viervijfde van het R.K. Schoolbestuur St. Willebrord en voor éénvijfde van het R.K. Parochiaal Armbestuur”, in de Statuten van 1934 heet het:”het batig saldo uit te keeren aan eenig goed doel”.
In de Statuten van 1954 is dat verder geëvolueerd naar: ”Het batig saldo uit te keren voor doelstellingen van algemeen nut”.

Overdracht bankinstelling en oprichting van de Arnhemse Stichting Bijzondere Noden

Ook na 1958 groeit het bankbedrijf gestaag. Echter een tweetal ontwikkelingen noodzaken tot een bezinning over het te voeren beleid op langere termijn:

– Door de maatschappelijk ontwikkelingen en door de algemene voorschriften op de controle over het spaarbankwezen was het noodzakelijk geworden grotere reserves aan te houden en mocht van het batig saldo nog slechts een klein deel bestemd worden “voor uitkeringen aan doeleinden van algemeen nut”.

– Bovendien had het spaarbankbedrijf een zodanige vlucht genomen, dat het enerzijds niet verantwoord meer was, dat de leiding van de bank in niet-professionele handen rustte en dat anderzijds commerciële druk een ongestoorde ontwikkeling in de toekomst in het ongewisse liet.

Op de ledenvergadering van 21 maart 1968 werd dan ook besloten het Spaarbankbedrijf over te dragen aan de Coöperatieve Boerenleenbank te Eindhoven, inclusief de garantie ten behoeve van de spaarders.
Tevens werd besloten om het oorspronkelijke uitgangspunt – de beoefening van de caritas in het algemeen – weer centraal te stellen, door het uit de verkoop van het bankbedrijf verkregen vermogen in te brengen in een nieuw op te richten stichting.

Op 22 mei 1968 wordt de stichtingsakte gepasseerd en krijgt daarbij de naam:
“Arnhemse Stichting Bijzondere Noden”.

Als doelstelling wordt vastgelegd:
“Het beoefenen van de caritas in de meest ruime zin”.